Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 17: Westfriezen en hun sport en spel » pagina 411
De banen hadden een lengte die vergelijkbaar is met die van nu, 300 tot 350 meter. Aan het eindpunt
zaten twee ‘goemannen’ op een ladder of stellage om de winnaar te bepalen en in het midden
van de baan stonden er ook twee.
In de achttiende eeuw al werden ‘allerlije molesten en ongeoirloofde kneepen’ gemeld: uit
het spoor rijden, op de baan van de mededinger rijden, het paard laten rennen of galopperen en ook het
proberen om met spiegeltjes het paard van de mededinger schichtig te maken.
Beschaafder ging het er aan toe bij het biljarten. Ontstaan als exclusief spel voor de ‘happy
few’ ontwikkelde het zich tot een echte volkssport, zeker in West-Friesland. Voor de Tweede
Wereldoorlog werd er nog wel met ivoren ballen gespeeld, maar dat was moeilijk voor beginnende biljarters.
Je hoefde de deur maar twee tellen open te zetten en ze liepen weer anders door de tocht.
Natuurlijk was het materiaal niet zo goed als nu. Hier en daar was wel eens een lei gescheurd en helemaal
recht stonden de biljarts eigenlijk nooit. Extra druk was het met de kermis. Dan werd er ‘afgeklopt’,
wie om de meeste consumpties durfde te spelen kreeg voorrang. Tot twintig, veertig en zelfs honderd
consumpties! Wie dit durfde stootte af. De consumpties werden na afloop vaak verdeeld, maar de verliezer
moest betalen. Soms vormden wat kornuiten een potje. De eerste hield zich dan in en won zijn partijtje
net, waarna weer een ander kwam en het spelletje werd doorgezet. Zo kon je wel eens een avondje gratis
drinken. Er wordt nog steeds heel veel gebiljart in West-Friesland, maar tot het hoogste niveau is men
hier nooit gekomen, meervoudig nationaal kampioen Piet Vet uit Berkhout uitgezonderd.
Heel algemeen in West-Friesland is ook zwemmen. Allereerst in de sloot of een meertje natuurlijk. Vandaar dat in veel plaatsen de zwembaden zoals we die nu kennen pas laat van de grond kwamen; op het platteland tenminste.
AFBEELDING(EN) NOG NIET BESCHIKBAAR =
Linksboven: Tijdens de festiviteiten ter ere van
het twintigjarig bestaan van de harddraverijvereniging Enkhuizen en Omstreken werd onder andere een
kortebaandraverij gehouden. Over de klinkers werd zand gestrooid, zodat de paarden een betere grip
hadden. (P.M. Rooker, Enkhuizen)
Rechtsboven: Er waren mooie prijzen te verdienen aan het begin van de 20ste eeuw tijdens de
ringsteekwedstrijden op de landbouwtentoonstelling in Heerhugowaard. Voor de winnaar een schemerlamp;
de tweede prijs een klok en voor nummer drie was een theepot met theelichtje beschikbaar gesteld.
(C. Modder, Aartswoud)
Midden: Groepsfoto van de Ursemmer ruitervereniging.
(HKU)
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.