Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 17: Westfriezen en hun sport en spel » pagina 409
Impressie van de in 1926 gehouden
schaakwedstrijd tussen de teams van Caïssa uit Hoorn en Aris de Heer II uit de Beemster. De
wedstrijd werd gehouden in hotel De Roskam aan de Veemarkt te Hoorn en eindigde in een duidelijke
overwinning voor de Hoornse denksporters: 7-3. (A.A.G. Smit, Wognum)
Kaatsen was er eerder dan colven, want de ballen die voor colven werden gebruikt kwamen bij het
kaatsen vandaan. Bij kaatsen, een voorloper van ons moderne tennis, vlogen de ballen niet zo erg door
de stad of het dorp als bij het colven en daarom ontmoette het minder maatschappelijke weerstand.
Net als bij het colven nam de belangstelling voor kaatsen in de achttiende en negentiende eeuw af.
Maar bij het kaatsen is niet een persoon opgestaan zoals in de kolfsport dokter Van Balen Blanken.
Dat leidde niet tot een opleving. In Friesland wordt het nog veel gespeeld, maar in West-Friesland
fungeert Ons Genoegen in Onderdijk als laatste kaatseiland.
De leden van Obdamse damclub Op Naar Dam (OND)
speelden hun partijen in Het Wapen van Obdam. Op de achterste rij, tweede van
rechts staat het grootste talent van de club: de twaalfjarige Jac. Obdam.
(VOOH)
Ook het schieten is thans niet meer zo gemeengoed als aan het begin van twintigste eeuw. In 1895
werden in Hoorn nationale schietwedstrijden gehouden. Ter gelegenheid daarvan werden ook reglementen
uitgegeven en een ontwerpstatuut voor schietverenigingen. Het doel van een vereniging moest zijn ‘onder
aankweeking tevens van liefde voor Vaderland en Koning, 's lands weerbaarheid te bevorderen’.
De verenigingen hielden daartoe schiet- en andere wapenoefeningen, schietwedstrijden en luisterden de
verjaardag van koning of koningin op.
Minder officieel ging het toe bij het gaaischieten, waarbij de deelnemers probeerden een blokje hout
van een lange paal te schieten. Heel populair was ook het klootschieten, maar dat heeft niets met geweren
te maken. Je moest een steen of stuk ijzer in zo weinig mogelijk etappes van de ene naar de andere
plek werpen. Steenwerpen was weer iets anders: twee stenen werden op elkaar gelegd en daarop legde elk
weer een cent ‘met de leeuwtjes boven’. Van zeven meter moest je dan proberen de centen
van de stenen te krijgen. Handige werpers hielden aan zo'n middagje steenwerpen soms een half weekloon over.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.