Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 17: Westfriezen en hun sport en spel » pagina 405
Het was crisistijd en vaak werden de voetbalclubs opgericht ter bestrijding van de algehele malaise.
In veel dorpen was de pastoor van de kerk initiatiefnemer of in elk geval welwillend. Veel van de eerste
velden lagen dan ook op het terrein van de kerk. Maar vaak ook werden de voetballers bijeengebracht
door een sociaal bewogen dorpsfiguur, de onderwijzer bijvoorbeeld, en stelde een sympathiserende boer
zijn weiland beschikbaar. Vaak moesten de schapen of koeien er af worden gejaagd voordat het spel kon
beginnen.
Voetballen was en is in deze regio populair, maar de vroege Westfriese clubs werden smalend bekeken
door de bestuurderen van de deftige Noordhollandse Voetbal Bond (NHVB), die al in 1902 opgericht was.
Nou, dachten ze in West-Friesland, “dan beginnen we toch lekker voor onszelf”. Op 19 november
1921 werd door het initiatief van Niedorper Dirk Breebaart de Westfriese Voetbal Bond (WFVB) opgericht
en bijna meteen draaide er een competitie tussen clubs uit die omgeving.
Aanvankelijk in een klein gebied, maar later sloten Medemblik, oostelijk West-Friesland, de Duinstreek
en de Langedijk zich aan. Dat werd de NHVB te gortig. De bond verbood zijn clubs op straffe van een
boete tegen een WFVB-club te spelen. Dat werd meteen de doodsteek voor de Westfriezen en in 1926 werd
de WFVB opgenomen in de Noordhollandse bond.
Voor een voetbalwedstrijd reisden veel dorpelingen hun spelers achterna en zo maakten de Westfriezen
uit verschillende streken kennis met elkaar. Duizenden toeschouwers, vooral bij belangrijke wedstrijden,
waren geen uitzondering. In de jaren dertig trok een wedstrijd om promotie naar de KNVB tussen MFC uit
Medemblik en Nieuwe Niedorp naar schatting 2.500 toeschouwers.
Maar voetbal was in het nuchtere West-Friesland geen halszaak. Vaak kwam het voor dat, wanneer een
wedstrijd wat uitliep, een paar spelers het veld verlieten. Het was ‘melkerstoid’ en dan
kon die bal rollen wat-ie wilde; de koeien konden niet wachten. Dat in de vroege jaren dertig veel
clubs werden opgericht, betekende niet dat ze allemaal tegen elkaar voetbalden. Behalve de KNVB was
er de katholieke tegenhanger DHVB, de Diocesane Haarlemse Voetbal Bond. Werd je bij deze bond kampioen,
dan promoveerde je naar de ICVB, de landelijke katholieke voetbalbond. In 1940 fuseerden de KNVB en
de ICVE.
Een zekere status bereikte West-Frisia uit Enkhuizen. In de seizoenen 1932/33 en 1933/34 speelde West-Frisia eerste klasse, toen de hoogste klasse, bestaande uit vijf poules van tien clubs. In het eerste jaar werd West-Frisia zelfs derde achter Ajax en RCH. De thuiswedstrijd tegen Ajax werd voor ongeveer 7.000 toeschouwers gespeeld.
AFBEELDING(EN) NOG NIET BESCHIKBAAR = Linksboven: Een bijzondere elftalfoto uit 1934 op
het veld van de roemruchte Enkhuizer voetbalclub ‘West-Frisia’. Om de clubkas te spekken
organiseerde het bestuur een damesvoetbalwedstrijd tegen een vrouwenteam uit het naburige Andijk. In
West-Friesland was dat nog niet eerder vertoond. (P.M. Rooker, Enkhuizen)
Midden: Foto van de voetbalclub Union uit Grootebroek. De roomskatholieke club speelde omstreeks 1930
op het terrein achter de Zesstedenweg. Waarschijnlijk waren de baten van de nog te spelen wedstrijd voor
de missie. (M. Reus, Grootebroek)
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.