Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 16: Westfriezen en hun armen en zieken » pagina 377
West-Friesland kende vroeger veel weeshuizen. Medemblik kreeg als eerste in 1504 een weeshuis, Hoorn
volgde in 1531, Enkhuizen in 1551. Ook Grootebroek kreeg zo'n tehuis in 1575, hetzelfde jaar waarin
de wezen van Medemblik een nieuw onderkomen betrokken. Door de reformatie gingen katholieke kerken en
kloosters over in protestantse handen; of ze vervielen aan de lokale overheden.
Zo had Medemblik twee kloosters met in 1514 nog honderd zusters. Zestig jaar later schonk Prins Willem
van Oranje die kloosters, op verzoek van het stadsbestuur, aan de wezenzorg. Mits de nog in leven
zijnde zusters (begijnen) er tot hun dood verzorgd zouden worden.
Collectebus waarmee geld werd ingezameld voor de wezen van Hoorn.
(WFM)
Zo werd het Katrijne-convent tot weeshuis voor kinderen van maximaal negen jaar oud, van wie beide
(overleden) ouders burgers van Medemblik waren geweest. Dit werd een zogeheten burgerweeshuis. De
andere arme wezen werden in het Armenhuys ondergebracht.
De discipline in de weeshuizen was doorgaans streng en de opvoeding richtte zich op eerbied, vlijt, gehoorzaamheid en dankbaarheid. Na enig onderwijs te hebben gevolgd, dienden de kinderen een vak te leren; de jongens een ambacht als kleer- of schoenmaker. De meisjes werden opgeleid voor huishoudelijk werk, wat ook weer personeel in het weeshuis scheelde.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.