Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 12: Westfriezen en hun handel en nijverheid » pagina 294
Zuurkool was een geliefd artikel in Duitsland. In 1878 bouwde de Duitser Grelinger en koopman Jansen
een zuurkoolfabriek in de Langedijk. Daar werd witte kool tot zuurkool verwerkt, bestemd voor de Duitse
markt. In 1894 kocht Peter Verburg de zaak. Hij begon omstreeks 1900 met groentenconserven, om zo de
fabriek het hele jaar open te kunnen houden. In de inmaaktijd werden vele Langedijker families ingeschakeld
bij het afhalen van de wortelen en snijbonen. De groentenblikken werden verkocht aan groenteboeren in
de volksbuurten van Amsterdam, die ze in de winter aan de man brachten.
Verburg sloot in 1998 zijn poorten.
De tuinder gaf zijn product mee aan een handelaar, die pas bij terugkomst betaalde. Bij een slechte
markt werd er helemaal niet betaald. Betaling gebeurde in het café. Bij verkoop aan exporteurs
werd wel van te voren een prijs bepaald. De eerste exporteur was G. Wagenaar die in 1866 via het spoor
te Heerhugowaard een lading wortelen naar Engeland verkocht.
Bij de Langedijk horen de zuurkoolfabrieken. Op deze foto uit ca. 1920 staat zuurkoolfabriek
De Nijs uit Zuid-Scharwoude. Achter de vaten liggen grote koolstapels, klaar voor bewerking.
(SLV)
Met de komst van de eerste groentenveiling, in Broek op Langedijk in 1887, veranderde de afhankelijkheid
van de handelaar. Daarnaast ontstonden er veilingen in andere tuinbouwdorpen. In de Streek ontstonden
veilingen in Enkhuizen (1887) en in Grootebroek (1892). Ook kwamen er veilingen in Medemblik, Hoorn,
Oostwoud, Hoogkarspel, Bobeldijk, Winkel, Broekerhaven, Alkmaar en Opperdoes. Op initiatief van P. Slot
van de Langedijker veiling ontstond in 1917 de voorloper van het Centraal Bureau van Tuinbouwveilingen.
De inkomens in de Westfriese tuinbouw bleven echter laag. Dit was vooral zo in de jaren '30 van de
twintigste eeuw toen bijvoorbeeld de omzet van veiling De Tuinbouw zakte van 3,3 naar 1,5 miljoen gulden.
In 1931 kreeg de hele Westfriese tuinbouw niet meer dan 700.000 gulden overheidssteun, bestemd voor
drieduizend tuinders. In 1933 durfde Jac Groen van de Haarlemse Land en Tuinbouwbond geen massavergadering
te organiseren omdat hij niet voor de gevolgen instond. Vele tuinders konden het hoofd niet boven water
houden. De schaalvergroting zette door; in 1997 was er nog slechts een veiling over: de Greenery in
Zwaagdijk-Oost. Na vele fusies is in West-Friesland een groenten- en fruitveiling overgebleven: de
Greenery in Zwaagdijk-Oost.
Schaalvergroting heeft op enorm veel terreinen zijn sporen achtergelaten. Veel kleintjes zijn in de wereld van de handel en nijverheid ten onder gegaan aan de grote – die steeds groter werden. Er zijn ook kleintjes die zich staande hebben kunnen houden: door zelf groot te worden. Zoals is gebeurd met tentenbedrijf De Boer. Opa Klaas de Boer was in de jaren twintig kastelein en kruidenier. Het dorp Hensbroek had toen nog veel meer neringdoenden. Het gehucht tussen Obdam en Heerhugowaard telde ook vier bakkers, een dorpsbarbier annex sigarenhandelaar, manufacturier, slager, brandstoffenhandelaar, smid en fouragehandelaar. Ook was er een fietsenzaakje, waar tevens benzine kon worden gekocht. Een levendige middenstand, zoals elk dorp in de tijd van toen – hoe klein ook – had.
Gebruikte afkortingen:
© 1999 Uitgeverij Waanders b.v., Zwolle
Druk: Waanders Drukkers, Zwolle
ISBN 90 400 1100 1
Deze aflevering is mede tot stand gekomen dankzij de financiële ondersteuning van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken Noordwest-Holland te Alkmaar.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.