Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 12: Westfriezen en hun handel en nijverheid » pagina 284
Na 1795, in de Franse tijd, sloten de Westfriese Munt, de VOC-pakhuizen en de marinewerven in Hoorn
en Enkhuizen hun poorten. De steden aan de Zuiderzee vervielen tot dode steden. De bevolking van Enkhuizen
daalde van 22.000 naar 5.000. Het inwonertal van Hoorn nam af van 13.000 in 1740 tot 7.500 in 1816.
Pogingen in Hoorn om de economie uit het slop te halen, baatten niet.
De steden ontwikkelden zich tot centra van markten en winkels voor het Westfriese platteland. Noord-Holland
telde omstreeks 1850 ongeveer 60.000 winkeliers op een bevolking van 450.000 inwoners. Daarnaast waren
er nog ongeveer 20.000 marskramers die met hun waren langs de huizen trokken.
West-Friesland telt nog altijd vele namen met een Duitse achtergrond. Huisman of oorspronkelijk Huesmann
is misschien wel de bekendste. Gerhard Heinrich Huesmann behoorde tot de ‘Teuten’ of pakdragers,
die in de achttiende eeuw uit Westfalen naar het rijkere Holland kwamen om er textiel te verkopen.
Gerhard Huesmann bezat in 1795 in Wervershoof een winkel waar hij in de zomer textiel verkocht. Huesmann
bezocht met zijn stoffenzak vele Westfriese dorpen. Hij verkocht dan de Westfriese kappen en kaasdoeken
voor de kaasmakerij, en baaien ondergoed. In de winter verkocht Huesmann in zijn geboorteplaats Mettingen,
Duitsland, allerlei Hollandse waren zoals hennep en vlas die door arme boeren tot kleding werden geweven.
Huesmann handelde ook in tuinbouwzaden. Vlak na 1800 was hij klant van Nanne Jansz Groot uit Andijk.
Groot kocht ‘linnen en broekestof’ en verkocht ‘rote uijensaat en andijfie’.
De broers Joseph en Clemens Huesmann namen de zaak van hun vader over. Clemens liet zich in 1862 uit
het bedrijf kopen en werd landman in Wervershoof. Hij had zijn naam veranderd in Huisman, op zijn Hollands.
De familie Huesmann had tot 1962 een zaak in Wervershoof.
In Enkhuizen woonde begin negentiende eeuw koopman Hendrik Köster, die eerst in Avenhorn werkte.
Zijn nazaten dreven tot laat in de twintigste eeuw nog een winkel. In Hoogwoud en omgeving waren de
gebroeders Stockmann actieve kramers.
AFBEELDING(EN) NOG NIET BESCHIKBAAR =
Linksboven: Aan het begin van de 18de eeuw waren er diverse messenmakers gevestigd in Schagen. De messen
vielen op door hun vorm: de halve maan en de rechthoekige uitsparing aan het begin van het lemmet. (VS)
Rechtsboven: Hermann Habermann (1846-1939), geboren in Duitsland, vestigde zich na de Frans-Duitse Oorlog
van 1870 in Hoogwoud. Als ‘lappiespoep’ verkocht hij aan de deur textielwaren. Op de foto
staat Habermann bij zijn wagen, waarmee hij zijn waren vervoerde. (C. Mooy, Hoogwoud)
Onder:
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.