Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 11: Westfriezen en hun vertier en vermaak » pagina 256
De armen spaarden dan ook het hele jaar voor de kermis. Daardoor en door kermis fooien van familieleden en anderen konden ze op de kermis even hun zware bestaan van zwoegen en sloven vergeten. De waarschuwingen die predikanten enkele weken voor de kermis vanaf de kansel uitten tegen het lichtzinnig vermaak, hadden geen effect.
De kermissen van weleer hadden trouwens ook een marktfunctie. Dat veranderde tussen 1850
en 1900, toen steeds meer goederen in winkels verkrijgbaar werden, waardoor het vermaak de kermis totaal
ging overheersen. Nu is er van april tot en met oktober, de periode waarin binnen de Westfriese Omringdijk
75 kermissen plaatsvinden, alleen nog maar amusement op het jaarlijkse evenement te vinden.
Pieter Magito was telg uit een bekende kermisfamilie. Tussen 1739 en 1786
stond hij diverse keren op de kermis van Hoorn. Vaak met koorddansers, maar ook met totaal andere acts. In
1758 toonde hij een tableau vivant, en negen jaar later showde hij het publiek een dwerg. (AvS)
De kleinste kermissen vinden we in de Moerbeek, Aartswoud en Kalverdijk. De grootste zijn die van Schagen,
Alkmaar en Hoorn. De kermis van Hoorn vierde in 1996 haar 550-jarig bestaan en wordt in kermiskringen
tot de top-tien van Nederland gerekend op grond van onder meer de diversiteit aan attracties, het
bezoekersaantal en de opbrengst aan stagelden voor de gemeente.
Dorpskermissen bestonden dikwijls uit niet meer dan enkele kramen en een draaimolen. In Aartswoud
stond omstreeks 1880 aan het noorden zuideinde van het dorp altijd één kraam.
De kermisfestiviteiten in dit dorp concentreerden zich in de Kerkbuurt bij herberg De Stompe Toren.
Op het erf van de herberg was een mast opgericht voor het ‘gaaischieten’. De kermisgangers
moesten een houten papegaai, die op de mast werd geplaatst met zo min mogelijk schoten eraf zien te
krijgen.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.