Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 8: Westfriezen en hun jonge jaren » pagina 190
Natuurlijk moesten de meisjes ‘van goede komaf’ zijn. Een ‘gewoon’ meisje
werd zelfs twintig jaar later nog niet geaccepteerd. Toen de dertienjarige Dieuwertje van Vliet in 1900
naar de Enkhuizer HBS wilde, was de werkgever van haar vader, G.H. Bart, dijkgraaf van Drechterland,
daar fel op tegen. De ouders van Dieuwertje, die huisbewaarders waren van het Drechterlandse huis in
de Westerstraat, kregen van hem te horen dat het geen pas gaf dat zij hun dochter naar de HBS wilden
laten gaan. Dieuwertje ging toch, maar ze werd volkomen genegeerd door haar vrouwelijke medeleerlingen,
de dochters van de dokter en de apotheker. De directeur van de school moest er aan te pas komen om
haar in bescherming te nemen.
Veel leerlingen kwamen van buiten Hoorn naar de HBS, die daar in 1868 was
opgericht. Na de aanleg van het spoor in 1885 konden leerlingen tot ver buiten West-Friesland in Hoorn op
school gaan. De trein stopte immers ook in Oosthuizen, Kwadijk en Purmerend. Op de foto spoorstudenten rond
1910. Verschillende keren werden studenten betrapt op het voor de grap aan de noodrem trekken. Als straf
moesten zij dan hun abonnementskaart inleveren. (P. Sasburg, Midwoud)
In Enkhuizen ontstond omstreeks 1800 een Franse kostschool. Anders dan bijvoorbeeld in Hoorn en Alkmaar
was de oprichting van de school het initiatief van de stad. Het stadsbestuur adverteerde landelijk om
leerlingen ‘van buiten’ aan te trekken. Er was een luxueus schoolhuis ingericht en de
uitgestrekte tuin was bijzonder geschikt om de kostgangers ‘in de uren van uitspanning alle
gezonde vermaken te kunnen verschaffen’. Voor het schoolmateriaal, kost en inwoning was ongeveer
vierhonderd gulden per jaar verschuldigd. Aan het einde van de negentiende eeuw ging de Franse school
geleidelijk op in het vergelijkbare Uitgebreid Lager Onderwijs (ULO).
De HBS in Hoorn was oorspronkelijk gehuisvest in de Muntstraat. Een van de
eerste directeuren die op de foto werd gezet was C.L. Bronsveld, die de school van 1897 tot 1926 leidde.
Hij zit hier in de directeurskamer.
(AWG)
Tijdens de Bataafse Republiek (1795-1806) werden op onderwijsgebied diverse veranderingen doorgevoerd. Zo kwamen er opleidingen voor leraren, kleinere klassen voor de lagere scholen en vaste lesprogramma's. Na 1806 werd ook gestreefd naar een godsdienstig neutrale ofwel openbare lagere school. Zo werd het verboden boeken te gebruiken die aanleiding konden geven tot religieuze conflicten. Met name op het platteland, waar een groot deel van de bevolking katholiek was, werd deze ontwikkeling toegejuicht.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.