Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 7: Westfriezen en hun bestuur en rechtspraak » pagina 168
De eerste stap op weg naar de status van zelfstandige bestuurseenheid zette Binnenwijzend in 1459.
Het dorp stichtte toen een eigen kapel, die later werd uitgebreid tot parochiekerk. Dat was maar goed
ook, want vooral 's winters was de kerk van Westwoud voor de kerkgangers uit Binnenwijzend haast
onbereikbaar. En als de pastoor naar Binnenwijzend moest komen voor de toediening van de laatste
sacramenten aan stervenden, dan kwam hij soms te laat. Pasgeborenen uit Binnenwijzend hadden door het
afstandsbezwaar een grotere kans om ongedoopt te overlijden. Deze kinderen mochten, tot groot verdriet
van hun ouders, niet in de gewijde grond van het kerkhof worden begraven.
Op 13 november 1922 vierde Klaas Zijp zijn 25-jarig ambtsjubileum als burgemeester
van Abbekerk. Als 31-jarige, geboren en getogen in Abbekerk, werd hij er in 1897 burgemeester. Uiteindelijk
zou hij maar liefst 38 jaar burgervader van Abbekerk zijn. Onder de gemeente Abbekerk vielen indertijd ook
Lambertschaag en een groot deel van De Weere. Na zijn pensionering woonde hij tot aan zijn dood in
1960 in ‘zijn’ dorp. Op deze foto links zijn vrouw Aagje Wit.
(AWG)
In 1484 kreeg Binnenwijzend een eigen pastoor en werd daarmee een apart kerkdorp, los van Westwoud. De
bevordering tot zelfstandige banne met een eigen dorpsbestuur was daarna nog slechts een kwestie van
tijd. Het voorbeeld van Binnenwijzend werd in 1526 gevolgd door Oudendijk, dat bestuurlijk werd
gescheiden van Grosthuizen. Ook Oudendijk was een tijdlang een zelfstandige parochie geweest. Tegenover
deze nieuwe bannen staat de verdwijning van de bannen Gawijzend (kort na 1335) en Almersdorp (na 1509).
Beide zijn door het verleggen van de Westfriese Omringdijk ooit grotendeels buitendijks komen te liggen
en vervolgens door de zee verzwolgen. Van Almersdorp stond vrijwel alleen de kerk nog binnendijks.
Het godshuis stond in 1565 nog fier overeind, zoals te zien is op een kaart van de beroemde cartograaf
Jacob van Deventer.
‘Andijk’ was ooit de verzamelnaam voor een aantal overwegend gereformeerde buurtschappen
aan de Noorderdijk van Drechterland. Andijk werd een kerkdorp na de bouw van de ‘Buurtjeskerk’
en de beroeping van de eerste predikant in 1667. Bestuurlijk bleef Andijk echter behoren tot Lutjebroek,
Grootebroek en Bovenkarspel. Toch hadden de Andijkers geen zitting in de besturen van deze dorpen.
Naarmate Andijk meer en meer een volwaardige dorpsgemeenschap werd, nam de onvrede over het ontbreken
van bestuurlijke invloed toe. In een brief aan de Staten van Holland en West-Friesland beschuldigden
de Andijkers de regenten in De Streek in 1786 van ‘afgunst, despotisme en willekeur’.
Burgemeester Joannes Pool van Grootebroek kenschetste de Andijkers op zijn beurt als domme werk- en
ambachtslieden, ‘die bijna alle slechts mechanicque machines zijn met winderige, doldriftige en
door blinde ijver verhitte denkbeelden’.
Het verlangen van de Andijkers naar bestuurlijke zelfstandigheid bleek na de Bataafse Omwenteling in
1795 nog altijd springlevend. Zij boycotten dan ook de eerste vrije verkiezingen van de dorpsbesturen
in De Streek. Uiteindelijk mislukte het verkrijgen van een zelfstandige status door verdeeldheid tussen
de gereformeerde Andijkers en het katholieke Andijk-West. Wel deden in 1798 landman Volkert Best en
chirurgijn Pieter Dekker als eerste Andijkers hun intrede in dorpsbestuur van Lutjebroek. In oktober
1811 kwam plotseling het bericht uit Parijs dat Andijk per 1 januari 1812 door Napoleon eindelijk als
zelfstandige gemeente was aangewezen. En tegen dit keizerlijk bevel hadden zelfs de dorpen in De Streek
niets in te brengen.
De belangrijkste, moeilijkste en kostbaarste bestuurlijke taak was de zorg voor wegen, wateren en dijken. Vaak moesten naburige dorpsbesturen hierbij samenwerken. Wie niet aan de Omringdijk grensde, was voor de afvoer van overtollig water nu eenmaal afhankelijk van anderen. Zolang het maaiveld in West-Friesland nog ruim boven de ebstand van de zee lag, kon het water door spuien worden geloosd. Door de voortdurende ontwatering begon het maaiveld in West-Friesland door inklinking te dalen.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.