Twintig eeuwen West-Friesland, de Westfriezen en hun bestuur en rechtspraak
De belangrijkste doelen van de expeditie waren bereikt. De bouw van nieuwe dwangburchten bij de Rekeredam
(bij Alkmaar), Wijdenes en Medemblik maakte de Hollandse omsingeling compleet.
De nekslag kwam in 1288. Grote overstromingen maakten West-Friesland weerloos, waardoor het voor Floris
V eenvoudig was om het gebied te onderwerpen.
Na de moord op Floris V in 1296 kwam West-Friesland nog eenmaal in opstand. Het kasteel van Wijdenes
werd met de grond gelijkgemaakt, maar de belegering van kasteel Radboud liep uit op een mislukking.
Als vergelding werd Enkhuizen door de Hollanders platgebrand. In 1297 werden de Westfriezen in de slag
bij Vronen (bij Sint Pancras) definitief verslagen. De graven van Holland veranderden weinig aan het
bestuurssysteem. Belangrijkste wijzigingen waren het vervangen van de asega door een door de graaf
benoemde schout en de afschaffing van het buren gerecht. Daarvoor in de plaats kwam een gerecht van
schepenen, die door de buren zelf werden gekozen. De berechting van belangrijke strafzaken werd de
dorpen ontnomen. Hiervoor werden twee speciale rechtbanken opgericht, de ‘baljuwschappen’:
het Westerbaljuwschap voor Geestmerambacht en Schager en Niedorper Koggen, en het Oosterbaljuwschap
voor Drechterland en de Vier Noorder Koggen.
Aan het eind van de 13de eeuw stond in West-Friesland een aantal dwangburchten. Waar het kasteel
van Wijdenes precies gestaan heeft, is onduidelijk. In 1997 zijn op aanwijzingen van de historische
vereniging ‘Suyder Cogge’ zo'n 300 meter buiten de kust van Wijdenes een aantal bakstenen
opgedoken. Nader onderzoek moet uitwijzen of die van het slot zijn. Dit is een 18de eeuwse fantasietekening
van Jacobus Stellingwerf.
(AWG)
Verdronken kasteel van Wijdenes
Dat het kasteel van Wijdenes echt heeft bestaan, hoeft door niemand te worden betwijfeld. Volgens een
hardnekkig volksgeloof zou het ooit zijn gesticht door ene Roeland van Wienesse, naar wie zelfs de
plaatselijke openbare basisschool is vernoemd. In werkelijkheid werd het kasteel in 1282 gebouwd in
opdracht van Floris V. De Westfriezen zagen het kasteel van Wijdenes als een gevaarlijke vijandelijke
uitvalsbasis en deden diverse mislukte pogingen om het bouwwerk in te nemen. Na de moord op Floris V
in 1296 werd het gehate kasteel dan toch met de grond gelijkgemaakt.
Lange tijd bleef onduidelijk waarom nooit restanten van het kasteel zijn gevonden. Waarschijnlijk stond
het op een strook land die door het verleggen van de Westfriese Omringdijk ooit is buitengedijkt. Dit
voorland is spoedig door de Zuiderzee weggeslagen. In 1997 kwam het kasteel van Wijdenes weer in het
nieuws. Duikers gingen onder het ijs van het bevroren Markermeer op zoek naar restanten van het kasteel.
Zij deden een opmerkelijke vondst. Zij vonden kloostermoppen, een soort baksteen die heel goed voor
het kasteel van Wijdenes kan zijn gebruikt.
Als dank voor de steun aan Willem van Oranje ontving Enkhuizen in februari 1573 het recht van
paalkist, dat daarvoor aan Amsterdam had toebehoord: het recht om belasting te heffen op schepen die
de havens van de Zuiderzee aandeden. Met de opbrengst diende Enkhuizen te zorgen voor een goede bebakening
van de vaarroutes in de Zuiderzee. Toen Amsterdam in 1578 de kant van Oranje koos, heeft deze stad
verwoede maar vergeefse pogingen gedaan het paalkistrecht terug te krijgen. Op deze gravure de ontvangst
van Willem van Oranje op 20 oktober 1572 door burgemeester Buyskes van Enkhuizen.
(WFM)