Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 4: Westfriezen en hun steden » pagina 99
Toch kwamen het verbindingskanaal en de aanleghaven in Schagen er pas ruim een eeuw later. Het vervoer over water had toen al veel aan betekenis verloren. Wel had de stad enig profijt van een bedijking, de Anna Paulownapolder, drooggelegd in 1844. Het nieuwe land leverde meer agrarische producten op de Schager markt. Bovendien verbleven er de arbeidskrachten voor de drooglegging. De herbergen en kroegen deden aan het eind van de week goede zaken als de werklieden hun loonzakje ontvangen hadden. Tussen 1849 en 1879 verdubbelde het aantal huizen in Schagen naar ruim 700.
Alle steden kregen vanaf halverwege de vorige eeuw te kampen met woningnood. Voor de verarmde
bevolking was er onvoldoende betaalbare woonruimte beschikbaar. Enkele rijke stadsbewoners trokken
zich het lot van deze mensen aan en zetten zich in voor goede huisvesting. Hoornse particulieren richtten
rond 1860 de Vereniging tot het Stichten van woningen voor Arbeiders en Mingegoeden op. Zij lieten
arbeiderswoningen bouwen, maar dat loste de woningnood nog niet op. Om de huur te kunnen opbrengen
namen velen in hun toch al kleine woning een kostganger in huis. In Hoorn werd in 1904 in twintig
procent van de eenkamerwoningen een kostganger aangetroffen!
Begin 20ste eeuw werd in Schagen de Magnusbuurt gebouwd, de eerste moderne stadsuitbreiding:
arbeiderswoningen mét riolering. Op de foto de Cornelis Bokstraat. De wc's waren ingebouwd
tussen het huis en het achterschuurtje. Op slot kon de wc-deur niet; ook voorbijgangers maakten er
daarom wel eens gebruik van. (N. Dekker-Loer, Schagen)
In Enkhuizen overleed in 1885 vrouwe Maria Margaretha Snouck van Loosen. Zij had bepaald dat het
gehele familiekapitaal van vijf miljoen gulden moest worden belegd. Van de rente moesten in Enkhuizen
arbeiderswoningen en een ziekenhuis worden gebouwd. Zij had geen armzalige arbeiderswoninkjes voor
ogen, maar een villapark van ruime huizen met minimaal drie slaapkamers. De gedempte Binnenhaven werd
de locatie. In haar testament bepaalde vrouwe Maria Margaretha tevens dat de woning van de familie
Snouck van Loosen aan de Dijk 36 een tehuis moest worden voor bejaarde dames uit gegoede stand die
verarmd waren.
Na de invoering van een nieuwe wet in 1901 konden woningbouwverenigingen met subsidie woningwetwoningen
bouwen. In West-Friesland was Arbeidersbelang uit Hoorn de eerste vereniging die in 1909 woningwetwoningen
liet zetten.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.