Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 4: Westfriezen en hun steden » pagina 98
Als reden daarvoor werd vaak genoemd de bouwvalligheid van het pand, maar de eigenlijke reden was
dat veel eigenaren heffingen op onroerend goed niet meer konden opbrengen. De waarde van de resterende
huizen daalde sterk en de kosten om een pand te onderhouden waren vele malen hoger dan de waarde die
het vertegenwoordigde.
De Hoornse makelaar Pieter Houttuyn bezat verschillende panden in Enkhuizen.
Hij wilde af van zijn huizenbezit in deze stad. In zijn verzoek tot sloop stelde hij dat alle huizen
vervallen waren en op afgelegen en dus onverkoopbare plekken in de stad lagen. Bij inspectie bleek dat
één van de panden verre van bouwvallig was.
Veel Westfriezen uit westelijk West-Friesland gingen voor hun boodschappen
naar Alkmaar. Op de foto de Langestraat, omstreeks 1900. Oorspronkelijk een straat met deftige huizen
van rijke patriciërs, nu een van de drukste winkelstraten van Alkmaar.
(RAA)
Medemblik veerde op toen het landsbestuur in 1797 besloot in de stad een marinewerf te vestigen.
Met dit besluit werden Hoorn en Enkhuizen gepasseerd, waar afwisselend de Admiraliteit van het
Noorderkwartier zetelde, die de gezamenlijke zeevloot beheerde. Aan de Westerhaven werden dienstgebouwen
opgetrokken en de Oosterhaven werd afgesloten door een dok. Als oorlogshaven voor de Franse keizer
Napoleon was Medemblik in de tijd van de Franse overheersing (van 1795 tot 1813) vol bedrijvigheid.
Oorlogsschepen werden er gerepareerd en er werden nieuwe kanonneerboten gebouwd.
In 1902 bezocht prins Hendrik, echtgenoot van koningin Wilhelmina, Hoorn.
Ook op de Italiaanse Zeedijk hing de bevolking daarom de vlag uit. Op de achtergrond is nog juist de
Hoofdtoren te zien.
(ZZM)
Uiteindelijk kostte de marinewerf Medemblik alleen maar geld. De stad was verplicht de havenmond steeds
opnieuw uit te baggeren. Bovendien leidde de aanwezigheid van de werf in 1799 tot een Engelse aanval.
De magazijnen en werven werden leeggeroofd, een aantal fregatten in brand gestoken. De havenactiviteiten
kwamen vrijwel tot stilstand door het in gebruik nemen van het Noordhollands Kanaal in 1824. Hierdoor
werd Nieuwediep (Den Helder) als betere plek gezien. Medemblik verloor in 1828 de marinewerf. Het
gebouwencomplex werd ingericht voor de opleiding van marineofficieren. In 1884 werd er het
Rijkskrankzinnigengesticht gevestigd.
Schagen hoopte dat de aanleg van het Noordhollands Kanaal nieuwe mogelijkheden bood. Als het stadje
net als Alkmaar aansluiting op het kanaal kreeg, zou de stadsmarkt dichter bij aan- en afvoerkanalen
komen te liggen.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.