Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 4: Westfriezen en hun steden » pagina 91
Wanneer het College van Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het
Noorderkwartier vergaderde in het Statencollege aan de Rode Steen in Hoorn, verbleven de leden in het
Statenlogement aan de Nieuwstraat. Toen het oude stadhuis aan het eind van de 18de eeuw werd afgebroken,
werd het Statenlogement gepromoveerd tot stadhuis. Schilderij van Cornelis Springer.
(WFM)
In 1608 begon Hoorn een anti-riet campagne. Ieder jaar moesten 25 panden in de stad harde dakbedekking
krijgen. De burgers van de stad hadden ieder een taak in het brandwezen. De stad was in wijken verdeeld
en elke wijk had een eigen brandspuit. Voor de uitvinding van de brandspuit in 1677 waren de bewoners
verplicht hun eigen emmers aan te bieden voor het bluswerk. Dat waren leren emmers die in hoog tempo
aan elkaar werden doorgegeven om de brand te blussen. Na de komst van de brandspuit werd een brandmeester
aangesteld aan wie de burgers moesten gehoorzamen. De uitvinder van de brandspuit, Jan van der Heijden,
leverde in 1690 drie grote koperen slangbrandspuiten aan Alkmaar. Schagen had rond 1750 vier brandspuiten.
Wanneer er brand uitbrak, moest de bevolking de straat op en ‘Brand!’ roepen. De brandmeester
luidde de kerkklok.
Een ander serieus gevaar voor de stads bevolking waren partij twisten, aanvallen van vijandelijke
troepen, die vaak leidden tot plunderingen en verwoestingen. Tussen 1400 en 1500 maakte Alkmaar vijfmaal
een groot oproer mee, waavoor de stad in 1426 en 1492 door de graaf zwaar werd gestraft met de afbraak
van poorten en stadsmuren. In 1517 werd Medemblik aangevallen door de Gelderse troepen onder leiding
van de Friese leider Grote Pier. Vrijwel de hele stad werd geplunderd en in brand gestoken. Medemblik
had geen omwalling en was een makkelijke prooi. Veel burgers vonden de dood. Slechts een klein aantal
wist zich veilig te stellen binnen de muren van het kasteel, in de dertiende eeuw door graaf Floris V
gebouwd. Ook Schagen had te lijden onder de aanvallen door de Gelderse troepen. Hoorn wist de dans te
ontspringen. Deze stad had sinds een tiental jaren nieuwe en sterke verdedigingswerken, waar Grote Pier
zich liever niet aan waagde. De aanslag van de Geldersen in 1537 op Enkhuizen mislukte. Vijandelijke
schepen waren in het zicht van de Enkhuizer haven voor anker gegaan, wachtend op hoog water om de stad
bij verrassing in te nemen. Maar het Suud, de traditionele vissers buurt, hoorde en zag alles, ook in
het donker. Erik in de Bok vertrouwde de schepen bij het Oosterhoofd niet. ‘Wat hewwe jullie
in?’ schreeuwde hij over het water. ‘Mout’, riep een kwartiermeester van een der
schepen terug. ‘Veur Jan Groot Albert.’ Maar bierbrouwer Groot wist van niets... Daardoor
mislukte de aanval.
Het stadhuis aan de Breedstraat in Enkhuizen werd in 1688 gebouwd toen
de bloeitijd van de stad al voorbij was. Ontwerper was de Amsterdamse bouwmeester Steven Vennecool.
(AWG)
In streken met veel stilstaand en brak water was de malariamug een ernstige
bedreiging. De bevolking van Medemblik ondervond dat lange tijd. Zij ontwikkelde echter gaandeweg
weerstand tegen de ziekte. Nieuwkomers misten die weerstand en overleefden in veel gevallen een
malaria-aanval niet. Onder de jonge marinekadetten, die vanaf 1829 op de opleidingsbasis in Medemblik
gestationeerd waren, vielen ieder jaar slachtoffers. Dit was in 1850 voor de marineleiding de voornaamste
reden om het Koninklijk Instituut voor de Marine in Medemblik te sluiten.
Storm met springvloed vormde vooral voor de Zuiderzeesteden een grote bedreiging en leidde herhaaldelijk
tot overstromingen. Enkhuizen werd in korte tijd twee keer door een dergelijke ramp getroffen. In 1508
brak de Westfriese dijk op diverse plaatsen door. Met bootjes voer de bevolking door de straten van de
stad om het vee in veiligheid te brengen. Zes jaar later, in 1514, was het weer raak. Sluizen hielden
het niet, waardoor grote delen van het bolwerk om de stad en een deel van de vesten wegspoelden. Het
kolkende water verwoestte meer dan tachtig huizen. Veel bewoners verlieten de stad en zochten hun heil
elders.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.