Twintig eeuwen West-Friesland, de Westfriezen en hun steden
Kroniekschrijvers
Diverse personen hebben in de verschillende Westfriese steden de geschiedenis van hun stad beschreven.
Meestal deden ze dat uit pure liefhebberij. Soms werd het hen door het stadsbestuur gevraagd.
De oudste en meest bekende stadsgeschiedschrijver van Hoorn was Theodorus Velius. In 1604 verscheen
zijn Chronijk van de stadt Hoorn. In de eeuwen erna verschenen meerdere vervolgen op dit boek.
Dirck Volckertsz. Seylmaker (1572-1630) was stadsdokter van Hoorn. Hij
verlatiniseerde zijn naam tot Theodorus Velius, zoals wel meer vooraanstaande geleerden in die tijd
deden. Op de door hem geschreven Chronijck van de stadt van Hoorn staat de Eenhoorn, symbool van de stad.
(AWG)
Gerardt Brand beschreef in opdracht van het stadsbestuur uitgebreid de geschiedenis van Enkhuizen,
terwijl predikant Sebastiaan Centen zowel de kroniek van Velius als die van Brand aanvulde. Als
kroniekschrijver van Schagen geldt Dirk Burger van Schoorel. In 1710 verscheen zijn Chronijk van
Schagen. Burger van Schoorel schreef ook de Cronijk van Medenblik. Voorts stelde hij de
Cronijk van Schoorl samen. Deze drie boeken zijn later in één band verschenen.
De grote kroniekschrijvers waren hoog opgeleide mensen, zoals artsen en theologen. Minder bekende
kroniekschrijvers vulden hun voorgangers aan of tekenden eigen bevindingen uit hun eigen tijd op. Hun
beroepen liepen uiteen, van timmerman tot klokkenmaker.
Deense ossen op Hoornse markt
Een stad ontstaat niet zomaar. Van belang was vooral de aanwezigheid van water. Vervoer over water
was sneller dan over het drassige land. In het waterrijke West-Friesland zochten de mensen hoog
gelegen plaatsen om te wonen. Op hoge zandruggen en langs dijken ontstonden daarom de eerste nederzettingen.
De hooggelegen zandrug rondom de latere Laurenskerk van Alkmaar bood de boeren al in de prehistorie
een geschikte woonplaats.
Als een fotograaf vroeger een foto wilde maken in de buitenlucht, kwamen
daar veel mensen op af. Op het Grote Noord te Hoorn poseerden rond 1900 dienstmeiden, winkelpersoneel
en ook veel kinderen. Sommige winkels in deze straat zijn hier al meer dan 100 jaar gevestigd.
(ZZM)
Het oorspronkelijke Enkhuizen lag meer oostwaarts, een eind voorbij de huidige kustlijn. Omdat de inwoners
steeds meer overstromingen te verduren kregen, besloten zij omstreeks 1326 hun woonplaats meer westwaarts
op te bouwen. De nieuwe nederzetting ontstond aan en op een dijk, de huidige Vissersdijk en Breedstraat,
onderdeel van de Westfriese Omringdijk. De bewoners waren vooral vissers.
Onder het oude stadhuis van Hoorn, dat in 1797 is afgebroken, was een gevangenis. In 1573, nadat de
Westfriese steden de zijde van Oranje hadden gekozen, werden hier Spaanse soldaten gevangen gezet.
Zij stonken zo erg, dat gevangenisbewaarders er ziek van werden. Het oude stadhuis, geschilderd door
Isaak Ouwater, stond aan de Rode Steen. Executies werden op het midden van het plein voltrokken. Rechts
de Waag. (WFM)
378. Moeder is meestal de hele morgen in de keuken aan 't steuren (koken) en aan 't
stùdderen (werken en eten bereiden). Ze bestùddert (bestuurt,
beheert) trouwens haar hele huishouden goed.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.
Ach Lieve Tijd 4:
West-Friesland
Twintig eeuwen Westfriezen en hun steden