Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 3: Westfriezen en hun strijd tegen het water » pagina 63
Met molens werd de afwatering richting Heerhugowaard gestuurd. De lange Zwaagdijk ten slotte werd als extra waterkering aangelegd om in tijden van nood ‘by doorbrake van de buiten Zeedijken ('t welke Godt verhoede) het Zeewater te kunnen wederstaan’.
De middeleeuwer was bij lange na niet opgewassen tegen de aanvallen van het water. De techniek was
nog primitief. Inzichten in de oorzaken en het verloop van stormen en stromingen ontbraken en krachtige
organisaties om effectief het gevaar te lijf te gaan bestonden nog niet.
Ten noorden van Schagen bevindt zich de Keinsmerwiel, een groot doorbraakgat
in de Westfriese
Omringdijk. Omdat het gat zo'n tien meter diep was werd een nieuw stuk dijk er met een grote boog omheen
gelegd. Langs alle dijken van Noord-Holland hebben zich in het verleden soortgelijke doorbraken voorgedaan.
Soms werd de dijk hersteld aan de zeezijde, soms aan de landzijde van het doorbraakgat. Hier is de
dijk aan de zeezijde van de wiel aangelegd. Op de voorgrond polder D van de Zijpe- en Hazepolder.
(Paul Paris, Amstelveen)
Een van de meest kwetsbare gedeelten van de Westfriese Omringdijk lag bij Valkkoog. Op deze vooruitgeschoven
noordwestelijke punt van West-Friesland moest sinds 1250 de Valkkoger dijk de eerste klap van de stormen
opvangen. Vaak ging dat niet goed. Bij elke nieuwe doorbraak schuurde de zee diepe kolken uit, waaromheen
later een nieuw dijkgedeelte werd aangelegd. Die kolken zijn er nog steeds: het zijn de bekende wielen,
braken of walen. Pas na tweehonderd jaar is de veiligheid van noordwestelijk West-Friesland sterk toegenomen
door de aanleg van de Nieuwe Dijk tussen Sint Maarten en Lagedijk bij Schagen. De aanleg van deze afsluitdijk
was in 1456 mogelijk doordat de zee voldoende slib had gedeponeerd voor de kust. De bedijkte kwelder
heette voortaan Burghornerpolder.
Het initiatief om dijken te bouwen kwam in de Middeleeuwen aanvankelijk vooral van de grondeigenaren.
Zij kregen in ruil voor geld van de graaf toestemming om een dijk aan te leggen. De graaf hield het
oppertoezicht over de werkzaamheden.
De dorpen waren verplicht een deel van de dijk te onderhouden. Een actief beleid voerde de graaf nadat
de kust bij Petten door de St.-Elisabethsvloed van 1421 onbeschermd was achtergebleven. Toen werd de
eerste Hondsbossche Zeewering aangelegd, niet in de laatste plaats ter beveiliging van de Westfriese
Omringdijk.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.