Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 1: Westfriezen en hun rijke verleden » pagina 27
De Oud-Westfriese Dansgroep Wijdenes danst op een terrein aan de Molenweg
in Wijdenes. De dansers
worden muzikaal begeleid door de familie Roemer. De dansgroep werd opgericht in 1940. Bij het 40-jarig
bestaan van het fanfarekorps Ons Genoegen in dat jaar demonstreerde een groep jongens en meisjes van
de gymnastiekvereniging Wilskracht een aantal Westfriese dansen. Dat eerste optreden was zo succesvol,
dat er meer demonstraties volgden in Hoorn, Schellinkhout en Venhuizen. Inmiddels is de dansgroep tot
ver over de grenzen bekend.
(AWG)
Al in 1797 had de Bataafse Republiek strijd geleverd met de Engelsen. Een Engelse vloot vernietigde
bij Camperduin een groot deel van de Bataafse vloot. Twee jaar later viel een Engels-Russisch leger
vanuit zee Noord-Holland binnen. Het Bataafs-Franse leger rukte vanuit Alkmaar op richting Zijpe en
tal van schermutselingen volgden. In West-Friesland werd grote schade aangebracht. Inkwartiering,
vernielingen door oorlogshandelingen, het vorderen van paarden en het gedwongen verstrekken van voedsel
voor mens en dier kostten de mensen handenvol geld. Velen raakten er hun laatste spaarcenten door kwijt.
Nadat in 1813 de Fransen het land hadden verlaten regeerde Koning Willem I over het Verenigd
Koninkrijk der Nederlanden. In zijn regeringsperiode werd de Maatschappij van Weldadigheid opgericht
om de intense armoede onder de werkloze bevolking op te heffen. In West-Friesland en zeker op het
Westfriese platteland viel de armoede overigens mee, vergeleken met andere delen van ons land.
In 1819 werd begonnen met de aanleg van het Noordhollands kanaal, dat van Amsterdam naar Den Helder
leidde. De tuinders in Langedijk en omgeving konden hun producten dank zij dit nieuwe kanaal sneller
en goedkoper naar de afzetmarkten vervoeren. Op het Westfriese platteland werden steeds meer afdelingen,
‘departementen’, van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen opgericht. De gewone man moest
uit zijn dagelijkse zorgen worden ‘verheven’ door hem kennis aan te reiken. Het ‘Nut’
bood boeken en geschriften op godsdienstig, zedelijk en natuurkundig terrein en er werden lezingen
georganiseerd. Wognum kreeg in 1820 zijn departement. In dat jaar werd ook besloten tot oprichting van
een leesbibliotheek in Wognum, ‘en wel ten huize van Klaas Raat Vrijdags om de veertien dagen
's avonds van 6 tot 7 uur’, vermeldt het notulenboek van het departement Wognum.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.