Bibliotheek » Ach Lieve Tijd - West-Friesland » Deel 1: Westfriezen en hun rijke verleden » pagina 10
In 1875 werd in Wervershoof een nieuwe rooms-katholieke kerk gebouwd. De kerk uit 1805 was te
klein en bouwvallig geworden. De monumentale kerk werd in de volksmond al snel ‘de kathedraal
van West-Friesland’ genoemd. Officieel heet de kerk de St. Werenfriduskerk, naar een metgezel
van missionaris Willibrord. Een van de gebrandschilderde ramen draagt ook Werenfridus’ beeltenis.
Op de voorgrond van deze foto uit ca. 1900 staat uiterst rechts het klooster St. Gertrudis, bewaar-
en naaischool en armenhuis, gebouwd in 1879. In het huis daarnaast was al in 1878 de parochiale lagere
school ingericht, waar zo'n 100 kinderen in de leeftijd van 7 tot 14 jaar les kregen.
(WOW).
In 55 v. Chr. waren de Romeinen het zuiden van ons land binnengetrokken. Vanaf 12 v. Chr. stonden
de Friezen gedurende ruim 400 jaar onder invloed van het Romeinse Rijk. Opgravingen in Schagen wijzen
op handelsbetrekkingen van de plaatselijke bevolking met Romeinen. Er zijn Romeinse munten gevonden,
en ook delen van een Romeins harnas met daarbij veel beenderen van paarden. Het is heel goed mogelijk
dat dit harnas toebehoorde aan een Westfriese krijger in Romeinse dienst, want Friese soldaten konden
dienst nemen in het Romeinse leger.
J. Bulthuis schilderde dit dorpsgezicht van Warmenhuizen in 1794. Op de voorgrond rechts de nog
steeds bestaande herberg De Moriaan, waar Aaltje Kuyper, de herbergierster, net naar binnen gaat. Op
de achtergrond de oude 16e-eeuwse Ursulakerk. Na de restauratie in de jaren tachtig is deze kerk in
gebruik genomen voor concerten en tentoonstellingen.
(RAA)
Na de Romeinse tijd kregen de Friezen een aartsbisschop, Willibrord. Deze Engelse missionaris werd in
het jaar 695 door de paus in Rome gewijd. Vijf jaar eerder ontmoette hij de Friese koning Radboud.
Willibrord begreep dat wanneer hij de koning en zijn edelen tot het christendom zou bekeren, diens
onderdanen vanzelf zouden volgen. Hij slaagde echter niet in zijn poging tot bekering. Pas na de dood
van koning Radboud in 719 kon Willibrord zijn bekeringswerk in onze kuststreek voortzetten. Na Willibrords
dood in 739 werd diens werk voortgezet door Bonifacius en Adelbertus, twee andere missionarissen.
Onduidelijk is of Werenfried, een van Willibrords medehelpers, een kerk heeft gesticht in Wervershoof.
De naam van dit dorp betekent mogelijk Werenfridushoeve.
Klik hier voor meer Westfriese woorden en uitdrukkingen.