Meeuwen zijn de baas in vogelbroedgebied
Achter een scherpe bocht in de Omringdijk bij Schellinkhout ligt aan de landzijde het prachtige natuurreservaat De Nek. De talloze meeuwen die daar nestelen vragen met hun gekrijs alle aandacht. De ware natuurliefhebber weet dat dit een plek is waar nog veel meer vogels en andere dieren zich thuis voelen.
Een groep rietsnijders in De Nek in de winter van 1938/39. Het riet moest ieder jaar twee- of driemaal worden weggesnoeid in verband met de overlast van spreeuwen die 's avonds samen schoolden in het riet en zich overdag tegoed deden aan de fruitbomen in de omliggende dorpen. (WFA)
De Nek staat bekend als ‘de meeuwenkolonie’, omdat het vanouds een favoriete broedplaats voor kokmeeuwen is geweest. Uit jaarlijkse vogeltellingen blijkt echter dat de spreeuw nog steeds het meest talrijk is. (Foto TM)
Voor wie goed oplet, vertelt de Omringdijk haar eigen geschiedenis. De talrijke bochten in de dijk, de wielen of welen en de kleiputten duiden op ingrepen van de mens of de natuur. Overstromingen die de buitendijkse kogen – naar het water aflopende stukken land – verwoestten, hadden tot gevolg dat er landinwaarts een nieuwe dijk werd aangelegd. Ten koste van boerderijen, land of halve dorpen, maar bittere noodzaak. Een flink stuk buitendijks land bood nu eenmaal de beste bescherming voor de lage en zwakke dijken.
Doorbraken veroorzaakten achter de dijk diep uitgeslagen kolken, de walen, wielen of welen. Stukken grond die veelal door de boeren niet meer gebruikt konden worden en als kleine meertjes voortbestonden. Op sommige plaatsen werd dichtbij de dijk grond uitgegraven ten behoeve van dijkversterking of een nieuw stuk dijk, met als gevolg dat er zogenoemde kleiputten ontstonden.
Een prachtig voorbeeld van zo'n kleiput is De Nek bij Schellinkhout, ontstaan na de dijkverzwaring die volgde op de overstromingen van 1916 elders in het land. De wielen, de stukken buitendijks land en de kleiputten zijn nu prachtige natuurgebieden waar we zuinig op zijn en die – waar dat mogelijk is – worden uitgebreid. De Omringdijk wordt wel een ‘ecologische ruggengraat’ genoemd.
Broedseizoen
Wie in het broedseizoen de Nek nadert, wordt onmiddellijk belaagd door duizenden verontruste vogels, vooral meeuwen.
In de jaren dertig van de vorige eeuw overnachtten hier duizenden spreeuwen in het riet van De Nek. De tuinders in de omgeving waren daar niet erg blij mee en vroegen toestemming om het riet te vernietigen en zo de spreeuwen te verjagen. De pachter van het gebied derfde daardoor inkomsten en van tijd tot tijd ontstonden er kwesties over de vergoeding.
De Nek huisvest uiterst zeldzame vogels als de sneeuwgors (Plectrophenax nivalis), een wintergast uit IJsland. (Foto Pc)
Hoewel de meeuwen de meeste aandacht vragen, blijkt uit tellingen van natuurliefhebbers dat De Nek tevens een broedgebied is voor de meest uiteenlopende soorten andere vogels, zoals kuifeenden, kievieten, kwikstaarten, wulpen en de zeldzame grote zaagbek.
Een insectenliefhebber slaakte in het jaar 1975 een kreet van vreugde. Hij vond tussen de basaltkeien rupsen van de zeldzame en bedreigde vlindersoort ‘bleek beertje’. De rups komt voor op bemoste stenen. Toen echter de openingen tussen de basaltstenen werden opgevuld om het dijklichaam te versterken, hing het voortbestaan van het ‘beertje’ aan een zijden draad. Een voorbeeld waaruit blijkt dat dijkversterking, recreatie en natuurbehoud soms met elkaar op gespannen voet staan.
Aquarel van Adriaan Volkers van De Nek uit 1947. (WFM)
Schitterend uitzicht
Een bezoeker van De Nek kan niet alleen genieten van het prachtige stukje natuur ter plaatse, maar ook van het schitterende uitzicht over het IJsselmeer en daar wat mijmeren over het verleden. Iets meer naar het noorden ging Floris V in 1282 aan land om de West-Friezen onder de duim te krijgen.
Ergens in het Markermeer moet het verdwenen kasteel van Wijdenes hebben gestaan. De plek is door de aanleg van een inlaagdijk buitendijks komen te liggen.
Hoewel het vanuit de lucht lijkt of De Nek een wiel is, ontstaan als gevolg van een dijkdoorbraak, is het door mensenhanden gemaakt. Na de stormen van 1916 werd op deze locatie klei afgegraven om de dijk te versterken. (WFA)
In de Zuiderzee vlak voor de Nek vond visser Louwrens de Flart een middeleeuwse gouden ring die de schrijver en liefhebber van oudheden Jacob van Lennep van hem kocht voor zestig gulden. En op zondag 11 oktober 1573 zagen de te hoop gelopen West-Friezen hoe vlak voor hun neus de aan lager wal geraakte Spaanse vloot van Bossu verpletterend werd verslagen door de Watergeuzen. De Nek is een gedenkwaardige plek.
De Nek in het voorjaar van 2009. (Foto TM)