Imposante gevel aan Westerhaven

Aan de Westerhaven nr. 20 in Medemblik staat een huis met een imposante, strenge gevel. Het particulier bewoonde pand is het voormalige Waterschapshuis, destijds bekend als het Koggehuis. Voor de bouw van dit pand werden in het eind van de 18de eeuw de gevels van twee bestaande huizen gesloopt. Bij de nieuwbouw kreeg het voorgedeelte een imposante uitstraling met een kamer voor de dijkgraaf, vergaderkamers en een eetzaal. Het achterdeel is nog 17de-eeuws met lage balken en in hout gesneden engeltjes op de sleutelstukken, die de uiteinden van de balken ondersteunen.

Het wapen van de Vier Noorder Koggen boven de ingang van het Koggehuis (1613) aan de Nieuwstraat ...
Het wapen van de Vier Noorder Koggen boven de ingang van het Koggehuis (1613) aan de Nieuwstraat met de wapens van Medemblik (l.b.), Hoogwoud (r.b.), Wognum (l.o.) en Midwoud (r.o.). (Foto TM)

Waterschappen

Binnen de Omringdijk bestonden in de Middeleeuwen vier ambachten: het Geestmerambacht en de Schager- en Niedorper Koggen in het westen, de Vier Noorder Koggen en Drechterland in het oosten. Het hart van de Westfriese samenleving vormden echter de bannen. Dat waren de voorlopers van de moderne gemeenten. In die tijd kwamen dorps- en parochiegrenzen met elkaar overeen. De termen dorp, banne en parochie waren dan ook synoniem. De dorpsbesturen hielden zich onder andere bezig met waterstaatszaken.

Tot circa 1600 deed kasteel Radboud als vergaderplaats van het waterschap dienst, daarna betrok ...Tot circa 1600 deed kasteel Radboud als vergaderplaats van het waterschap dienst, daarna betrok men een aantal panden bij de timmerwerven. Deze werden in 1797 aan de marine verkocht. Met de opbrengst kocht men een dubbel woonhuis aan de Westerhaven. Het pand zou van 1799 tot aan de fusie met het ambacht Drechterland in 1973 de vaste vergaderplaats zijn van de Vier Naarder Koggen. (WFA)

In de besturen van de Westfriese Omringdijk was iedere banne vertegenwoordigd door een speciale functionaris: de waarschap. Bij de keuze van vertegenwoordigers van de bannen werd gekeken naar de bekwaamheid van de persoon in kwestie, maar vooral ook naar diens bezit aan land. Een boer met veel land had groot aanzien en kon daardoor een hoge positie verwerven.

Het bovenlicht van het Waterschapshuis in Lodewijk XVI-stijl. (Foto TM)

De belangrijkste verandering door de graven van Holland was de aanstelling van twee baljuws, die ook dijkgraaf over een gedeelte van de Omringdijk waren. Eén voor de Schager- en Niedorper Koggen en het Geestmerambacht en één voor de Vier Noorder Koggen en Drechterland. Zij vormden samen met de heemraden een soort rechtbank voor dijkzaken. De heemraden werden gekozen door de koggen. Een aantal bannen vormde samen een kogge. Elke kogge was verantwoordelijk voor de verkiezing van één heemraad. De dijk van de Vier Noorder Koggen en Drechterland bleek uiteindelijk te groot voor één dijkgraaf. In 1503 kwam er één voor de Vier Noorder Koggen en één voor Drechterland.
De baljuw van de Vier Noorder Koggen woonde op het kasteel in Medemblik. Hij zal daar aanvankelijk hebben vergaderd met heemraden en waarschappen, maar op den duur werd de behoefte gevoeld aan een eigen administratief en bestuurlijk centrum: een waterschapshuis.

Het huidige monumentale Waterschapshuis. (Foto TM)Het huidige monumentale Waterschapshuis. (Foto TM)

Marinecomplex

Dat kwam er toen in 1671 werd besloten een huis te kopen aan de Westerhaven, op de plaats waar later het Marinecomplex zou verrijzen. In 1694 ging men over tot aankoop van enkele buurpanden en, zoals op een oude prent en een schilderijtje te zien is, ontstond er in de loop van de tijd een samenraapsel van verbouwen aanbouw.
In 1797 liet de marine haar oog vallen op Medemblik als plaats van vestiging voor een marinewerf en een opleiding voor zeevarenden. De marine bood 10.000 gulden voor het waterschaphuis. Een prachtig bedrag voor die tijd. Niettemin werd bedongen dat ook de opbrengst van de sloop naar de Vier Noorder Koggen zou gaan.
Ten behoeve van het nieuwe onderkomen liet het waterschap aan de overkant van de Westerhaven, op de hoek van de Koggesteeg (huidige nummer 20), twee panden slopen.

Een anonieme meester schilderde omstreeks 1675 de ‘Personificatie van de Waakzaamheid’ ...Een anonieme meester schilderde omstreeks 1675 de ‘Personificatie van de Waakzaamheid’, ook wel in de volksmond ‘De Maagd met de zes tenen’. De haan en de stormlamp staan symbool voor de waakzaamheid en de vrouw wijst naar de dreiging die vanuit zee is te verwachten. Links op de achtergrond is het silhouet van Medemblik te zien. (Coll. Waterschap Westfriesland)

Achter de gevel van de nieuwbouw bevinden zich een ruime marmeren hal, een pronkkamer voor de dijkgraaf en een grote vergaderzaal versierd met behangsels van de Vaderlandsche Maatschappij in Hoorn. De vertrekken in het achterdeel bleven gehandhaafd.
In de jaren zestig van de vorige eeuw werd het pand door architect C.W. Royaards flink onderhanden genomen. In de kamer van de dijkgraaf liet hij het raam aan de Koggesteeg dichtmetselen om ruimte te bieden aan een imposante 17de-eeuwse schouw. Door de grote inrijpoort aan de Koggesteeg had men toegang tot de paardenstal en een rijtuigloods.


In 1973 fuseerden de waterschappen Vier Noorder Koggen en Drechterland, met Hoorn als vestiging. De nog aanwezige schilderijen en meubels verhuisden mee naar Hoorn. Gemeentewerken Medemblik nam haar intrek in het gebouw en maakte er kantoren in met verlaagde plafonds en wanden van gipsplaat. In 1991 werd het waterschapshuis verkocht aan een particulier die zich ten doel stelde het monument weer geheel in de oude staat terug te brengen. De tot het complex behorende molenaarswoning en -werkplaats aan het Achterom werden afzonderlijk verkocht.

Het Waterschapshuis aan de Westerhaven omstreeks 1910.
Het Waterschapshuis aan de Westerhaven omstreeks 1910. (WFA)